Procne en Philomela
- dec
- 27
- Gepost door admin
- Gepost in verhalen Ovidius
vrij naar: Ovidius, Metamorphosen boek VI verzen 412-674

Procne en Philomela waren twee handen op één buik. Procne, de oudste zus, was begiftigd met een groot verantwoordelijkheidsgevoel en was, zoals dat vaak het geval is, de ernstigste van de twee. Maar in plaats van haar jonger zusje streng te berispen, wanneer die voor de zoveelste keer gekke fratsen had uitgehaald, kon Procne alleen maar bewonderend kijken naar zoveel durf en ongeremdheid.
Het is moeilijk om te zeggen wie van de twee zussen nu de mooiste was. Procne had pikzwart haar dat door het schijnsel van de zon een blauwe glans verkreeg. Philomela had lichtbruine lokken en bezat een prachtige stem. Op de vraag wie de moeder van de twee meisjes was, kende niemand het antwoord. Behalve koning Pandion natuurlijk. Maar telkens wanneer de vraag ter sprake kwam, lachte hij mysterieus en wist die meesterlijk te ontwijken. Wie zou hem immers geloofd hebben, wanneer hij de waarheid had gesproken en gezegd had dat de bronnimf Zeuxippe de moeder van zijn dochters was?
Op een dag liepen de vredesonderhandelingen met de stad Thebe mis. Koning Labdacus had smalend het geschenk van Pandion geweigerd. Er had oorlog tussen zijn tanden geknarst. Tereus, de koning van Thrakië, die er steeds als de kippen bij was, wanneer er oorlog dreigde, had welwillend zijn hulp aangeboden. “Maar als U door mij de oorlog wint, koning Pandion, wil ik de hand van uw dochter Procne.” Tereus had al lang zijn oog op Procne laten vallen. Pandion stemde toe en verloor zijn oudste dochter. Procne nam afscheid van haar vader, zus en thuisland en werd zielsongelukkig in Thrakië. De geboorte van hun zoon Itys deed haar moederhart misschien wel smelten, maar het gemis bleef knagen. De jammerklachten, die Procne niet aflatend tot in den treure herhaalde, werkten op Tereus’ zenuwen. “Toe, Tereus, ik mis mijn zus zo erg. Zou je haar niet naar hier willen halen, Tereus? Toe, Tereus…” “Goed,” zei hij ten slotte. “Ik zal je zus eigenhandig hier naartoe brengen en koning Pandion overreden ook zijn andere dochter aan mij mee te geven.” En zo had Procne de kat bij de melk gezet… Tereus liet meteen een schip zeilklaar maken en zette koers naar Piraeus, de haven van Athene. Toen hij in het paleis van Pandion aangekomen was, wisselden de twee mannen groeten en wensen uit. Tereus, die er de man niet naar was om lang rond de pot te draaien, kwam ter zake en vroeg Pandion of hij zijn jongste dochter een maandlang aan hem wilde toevertrouwen, omdat Procne haar zozeer miste. Zoals in een goed geënsceneerd toneelstuk verscheen het meisje zelf bij het uitspreken van de naam Philomela. Ze was mooier dan Tereus zich herinneren kon. Haar schoonheid eiste een minnaar. Tereus’ tong was nog nooit zo welbespraakt geweest. Hij pleitte voor eigen zaak en vroeg met grotere aandrang dan daarvoor om het meisje mee aan boord te mogen nemen. Bij het vooruitzicht haar zus opnieuw te zien – wat maakt liefde blind en dom! – kirde Philomela vrolijk mee. Dat ze zich niets mooiers kon voorstellen dan haar zus terug te zien en haar neefje met liefde te overstelpen. Alsof ze wilde bewijzen over hoeveel liefde ze beschikte, sloeg ze haar armen om haar vaders hals en smeekte hem om haar geluk niet in de weg te staan. Pandion, die Philomela niets weigeren kon, stemde toe en verloor ook zijn tweede dochter.
Philomela stapte aan boord en met bolle zeilen voer het schip de haven uit. Tereus verloor als een havik zijn prooi niet uit het oog. En eenmaal voet aan wal gezet, nam hij het meisje mee naar een hut in een vergeten hoek van een bos. Vol bange voorgevoelens vroeg Philomela waar haar zus was. Tereus gaf geen antwoord, greep haar vast bij de polsen en trok haar naar zich toe. Philomela voelde hoe zijn tong zich een toegang tot haar mond forceerde. Hij pakte haar borsten vast en tilde haar rokken omhoog… Bevend en bleek van angst gilde Philomela het uit en probeerde weerstand te bieden, maar tegen een kolos zoals Tereus kon ze niets beginnen. “Schurk! Jij hebt mij en mijn zus te schande gemaakt! Jij hebt het vertrouwen van mijn vader beschaamd! De goden zullen je straffen voor deze drievoudige misdaad,” riep ze. “In Thrakië bestaat er maar één god en dat is Ares, god van de oorlog.” zei Tereus. “Denk maar niet dat jij je straf zal ontlopen. Ook Ares eist gerechtigheid in de strijd en wil dat misdaden gewroken worden.” siste Philomela. “Ik zal mijn zus inlichten over de gruwelijke daad die jij gesteld hebt. Dat zweer ik! De goden zijn mijn getuigen!” Opgehitst door die dreigende woorden trok Tereus zijn dolk uit een met goud versierde schede. “Praten zal jij nooit meer, tegen niemand.” zei Tereus en terwijl zij nog verontwaardigd verwijten spuwde, haar tong venijnig roerde, sneed hij die uit haar mond. Philomela’s gekrijs ging door merg en been, maar praten kon zij niet meer.
De hut ging op slot en elke dag kwam een dienster brood en water brengen. Maar één ding had Tereus blijkbaar over het hoofd gezien: de solidariteit tussen vrouwen is groter dan de onderdanigheid aan een man. Het duurde niet lang of Philomela kon met gebaren haar wensen en grieven duidelijk maken aan de jonge dienstmeid. Die bracht haar op een dag wol, zodat Philomela haar verhaal kwijt kon in een weefkleed. Een oud weefgetouw, dat in de hut stond, was immers de enige mogelijkheid die haar gegund werd tot ontspanning. Wanneer het weefsel klaar was, gebaarde Philomela de dienstmeid om het aan haar zus in het paleis te bezorgen. Ziek van verdriet na Tereus’ bericht over het zogenaamde overlijden van haar zus – de gevoelloze bruut had daarbij zelfs tranen geplengd! –, ontrafelde Procne snel de vreemde tekens in het kleed. Ze wilde Tereus terstond confronteren met zijn gruwelijke daden, maar hield zich in: haar wraak moest in verhouding zijn tot het bedrog van die goddeloze onverlaat.
Het tweejaarlijkse Bacchusfeest werd in Thrakië voorbereid. Vrouwen, gekleed in losse gewaden of met amper iets om het lijf, aanbaden Bacchus onder luid, nachtelijk gebrul. Procne vlocht klimop in haar haar en rende met de stoet uitzinnige vrouwen mee door het bos. Hysterisch van verdriet en de waanzin nabij was Procne de beste bacchante ooit. Woest dansend bereikte ze de diep verborgen hut. Luid ‘Euhoi!’ roepend trapte ze de deur in en viel haar zus in de armen. Zo hevig als haar tong toen gebloed had, zo hevig stroomden de tranen nu uit Philomela’s ogen. Schuldbewust bleef ze naar de grond staren, alsof het overspel aan haar te wijten was! Procne stelde haar zus gerust, streelde en kuste haar en reikte haar daarna het gewaad dat ze voor haar had meegenomen. Als twee schimmen fladderden ze hand in hand door het bos en glipten onopgemerkt het paleis in. In een kamer, die grensde aan de keuken, zwoer Procne dat het ergste nog niet erg genoeg zou zijn om die man te straffen. Op dat ogenblik kwam Itys de kamer binnenlopen, hunkerend naar de aandacht van zijn moeder.
Itys was mooi, alsof Venus zelf hem gebaard had. Toen de jongen zijn mollige armpjes om zijn moeders hals legde, raakte Procne’s moederhart vertederd en verdreef ze de duistere gedachten, maar die laaiden opnieuw in alle hevigheid op, toen ze zijn vaders trekken duidelijk in zijn gelaat bemerkte. “Ook deze liefde is door mijn man bezoedeld!” zei ze. Procne nam het kind mee en handelde als zus, niet langer als moeder. Ze sneed haar zoontje de keel over, sneed het lichaam in stukken en kookte die in grote ketels. Een waar feestmaal werd er bereid! Het hoofd van Itys werd voor een ander doel opzij gezet.
Procne riep haar man. Alleen hij mocht aan tafel plaats nemen, vertelde ze, wanneer de vrouw des huizes in rouw was. Dat hoorde zo volgens een oud-Atheens gebruik, loog ze. Tereus deed zich te goed aan de maaltijd en stouwde zijn eigen vlees en bloed gulzig naar binnen. De jus liep van zijn kin en handen en toen pas merkte hij de afwezigheid op van degene die niet echt afwezig was. “Waar is Itys? Waar is mijn zoon? Mag hij ook niet mee aan tafel?” vroeg hij. “Tuurlijk wel, voor hem is de ereplaats voorbehouden.” zei Procne. “Waar is hij dan?” vroeg Tereus opnieuw. “Hij ligt voor je neus.” Tereus keek Procne niet begrijpend aan. Toen kwam Philomela de eetkamer binnen met in haar handen het bloederige hoofd van Itys. Tereus sprong recht en keek ontzet naar de resten die op zijn bord lagen. Hij gilde, alsof hijzelf geslacht werd. Gek van woede nam hij een mes dat op tafel lag en achtervolgde briesend als een dolle stier de twee Atheense vrouwen. Zij leken plots over vleugels te beschikken en vlogen de eetkamer uit. Philomela was een nachtegaal, Procne een zwaluw geworden. En Tereus veranderde in een hop, wiens zwart gepunte kuif op die van Ares’ helm geleek…
Categorieën
- artikels Martialis
- epigrammen Catullus
- epigrammen Martialis
- gedichten Catullus
- Martialis Covid
- verhalen Ovidius
Archieven
- december 2024
- november 2024
- oktober 2024
- september 2024
- augustus 2024
- juli 2024
- februari 2024
- januari 2024
- december 2023
- november 2023
- oktober 2023
- september 2023
- augustus 2023
- juli 2023
- juni 2023
- mei 2023
- april 2023
- februari 2023
- januari 2023
- december 2022
- november 2022
- oktober 2022
- mei 2022
- april 2022
- maart 2022
- februari 2022
- januari 2022
- december 2021