Het verhaal van Myrrha (Ovid Met X 298-502)
- dec
- 28
- Gepost door admin
- Gepost in verhalen Ovidius
Hij is geboren op Paphos. Zonder kinderen
was Cinyras gelukkig geweest.
Ik ga vreselijke dingen zeggen.
Dochters en vaders moeten weg!
Als mijn verzen een streling zijn voor het oor,
geloof dit verhaal dan niet. Het is níet gebeurd.
Geloof je het toch, geloof dan ook de straf.
Als de natuur dit vergrijp laat gebeuren,
dan zij de Thrakiërs en ons volk geprezen,
omdat zij ver verwijderd zijn van de streek
die zo’n onuitspreekbare misdaad heeft gebaard.
Panchaia mag amoom, kaneel, zalf,
wierook en andere bloemen voortbrengen,
zelfs de mirreboom, waarvoor men een te hoge prijs heeft betaald.
Cupido is zogezegd niet verantwoordelijk voor die pijl, Myrrha.
Hij pleit zijn fakkels vrij van die misdaad.
Het is één van de drie Furiën uit de onderwereld geweest,
die met haar fakkel en adders jou daartoe heeft aangezet.
Het is een misdaad om je vader te haten,
maar verliefd worden op je vader… dat is nog veel erger.
Het kruim van jongemannen
wil jou, alle jongemannen uit het oosten dingen naar
jouw bed: uit al die mannen moet jij, Myrrha,
er eentje kiezen, zolang het niet die ene is!
Ze voelt het wel, maar verzet zich tegen de vuige begeerte
en zegt tegen zichzelf: “Waar zitten mijn gedachten? Wat ben ik van plan?
Goden, ik smeek jullie! Ik wil de regels van het fatsoen niet overtreden.
Verbied dit kwaad dat te erg is voor woorden! Houd onze misdaad tegen,
als het tenminste een misdaad is! Dit is toch gewoon de liefde van een kind?
Andere dieren paren met elkaar zonder onderscheid: een stier,
een hengst, een bok… allemaal kruipen ze op hun eigen dochter.
Vogels worden bevrucht met het zaad waaruit ze zelf verwekt zijn.
Zíj zijn gelukkig! Zíj mogen dat! Mensen zijn moeials
en leggen preutse wetten op. Wat de natuur vrij laat gebeuren
wordt door afgunst aan banden gelegd. Toch bestaan er volkeren
waarin moeder met zoon en vader met dochter mag vrijen.
Dat is ouder-kindliefde maal twee.
AARGH! Waarom ben ik dáár niet geboren?
Ik word tekort gedaan enkel omdat mijn wieg toevallig hier staat.
Waarom blijven die gedachten maar in mijn hoofd rondmalen?
Valse hoop, daar ben ik niks mee! Hij moet bemind worden,
maar zoals een vader. Was ik niet de dochter van de machtige
Cinyras geweest, dan hadden we met elkaar kunnen vrijen.
Ik bezit hem niet, omdat ik hem al bezit. De nabijheid
speelt in mijn nadeel. Als vreemdeling stond ik sterker.
Ver weg wil ik gaan, het grondgebied van mijn vader verlaten.
Alles om de misdaad te ontvluchten. Een verdorven lust weerhoudt me daarvan.
Ik wil Cinyras zien, hem kunnen aanraken, met hem praten,
hem kunnen kussen. Meer is niet toegelaten.
Méér? Wat wil je dan, perverse meid?
Besef je wel hoeveel wetten en namen je door elkaar gooit?
Je zal de rivale van je moeder zijn, de minnares van je vader?
Je zal de zus van je zoon genoemd worden, de moeder van je broer?
Heb je geen schrik voor de zussen met hun lang, zwart slangenhaar?
Enkel zij die schuldig zijn, zien hen. Hun fakkels branden woest
voor hun ogen en gezicht. Jij hebt nog geen ontucht gepleegd,
fantaseer daar ook niet over! Schend de regels van de machtige natuur
niet door een seksuele omgang te verlangen die verboden is!
Dit moet je jezelf inprenten: de hele situatie is onmogelijk.
Hij is rechtschapen en volgt de regels – Ik wou
dat dezelfde passie in hem raasde…!”
Intussen weet Cinyras niet meer wat te doen.
Er zijn zoveel geschikte huwelijkskandidaten.
Hij wil het van zijn dochter zelf weten,
somt de namen op en vraagt haar wie zíj als man wil.
Zij zwijgt eerst en houdt de blik van haar vader vast.
Ze krijgt het warm en begint te huilen.
‘M’n kleine meid heeft schrik,’ denkt Cinyras en zegt
dat ze moet stoppen. Hij droogt haar wangen en kust haar.
Myrrha is door het dolle heen en geeft als antwoord op de vraag
wie zij als man wil: “Iemand zoals jij.” Hij snapt niet
wat er achter die woorden zit en prijst haar.
“Blijf mij altijd zo graag zien!”
Bij het woord “graag zien” kijkt het meisje
schuldbewust naar beneden.
Middernacht. Iedereen ligt zorgeloos te slapen
behalve de dochter van Cinyras. Zij ligt wakker,
verteerd door een passie die ze niet de baas kan.
Ze blijft maar denken aan haar drieste verlangens.
Wanhoop en verleiding wisselen elkaar af.
Ze schaamt zich om die verlangens en weet niet
wat ze moet doen. Net zoals een gigantische boomstam,
geraakt door een bijl, die bij het naderen van de genadeslag
nog niet weet in welke richting hij zal vallen,
overal maakt men zich uit de voeten,
zo twijfelt en weifelt ze, zwak en gewond.
Onzeker denkt ze nu eens aan dit plan, dan weer aan een ander,
maar geen biedt een uitweg of rust aan haar verliefdheid,
enkel de dood. De dood bevalt haar. Ze staat op en beslist om
zich op te hangen. Ze maakt haar gordel vast aan de hoogste balk.
“Lieve Cinyras, vaarwel! Begrijp waarom ik dit doe!”
en ze bindt de strop om haar bleke hals.
Doffe woorden bereikten de oren van de trouwe voedster,
vertelt men, die de kamer van haar pleegkind bewaakte.
De oude vrouw veert recht, opent de deuren en
ziet de toebereidselen voor de dood. Allemaal tegelijk:
ze gilt, slaat zichzelf, scheurt haar kleren stuk
en trekt de strop los van de hals. Dan pas kan ze huilen,
het meisje in haar armen nemen en vragen naar het waarom van de strop.
Het meisje zegt niks, staart onbeweeglijk naar de vloer.
Haar inspanningen vergeefs, haar dood verhinderd.
Het oudje blijft aandringen, ontbloot haar grijze haren en
verlepte borsten, smeekt bij de wieg en de eerste melk die ze kreeg
dat ze haar in vertrouwen moet nemen. Wat doet haar verdriet?
Het meisje wendt haar gezicht af en zucht. De voedster wil en zal
het antwoord horen. Ze belooft haar meer dan enkel trouw.
“Zeg het en ik help je! Mijn ouderdom loopt nog niet op krukken.
Ben je dolverliefd? Spreuken en kruiden!
Je wordt door iemand behekst? Een magisch ritueel!
De woede van de goden? Een offer!
Wat kan het nog zijn? In het paleis loopt alles op wieltjes.
Je moeder en je vader leven nog.”
Myrrha slaakt bij het horen van het woord “vader”
een heel diepe zucht. De voedster vermoedt nog altijd
geen misdaad, maar snapt wel dat er liefde in het spel moet zijn.
Ze wil het per se weten, wat het ook is, en zet haar onder druk
om het te vertellen. Ze neemt het huilende meisje op haar ouwe
vrouwenschoot en in haar zwakke armen.
“We weten het. Je bent verliefd! Je moet geen schrik hebben:
ik zal mijn best doen voor jou. En hij zal het nooit te weten komen,
je vader.” Razend springt ze op, duwt haar gezicht
in een kussen: “Ga weg, alsjeblief, ik schaam me
vreselijk! Ga weg of hou op met te vragen waarom
ik me zo slecht voel! Zondig is het, dat wat jij zo graag wil weten.”
De oude vrouw huivert. Haar handen beven van ouderdom
en van angst. Smekend werpt ze zich voor de voeten van haar pleegkind.
Ze probeert lief te zijn, maar, als ze het niet wil zeggen,
jaagt ze haar schrik aan. Dan dreigt ze ermee
haar zelfmoordpoging te zullen onthullen. Maar als ze vertelt
op wie ze verliefd is, dán zal ze haar helpen.
Het meisje richt haar hoofd op en barst
in snikken uit. Telkens wanneer ze iets probeert te zeggen,
hapert haar stem. Vol schaamte verbergt ze haar gezicht
in haar kleren. “Ik benijd mijn moeder met zo’n man!”
Enkel dát krijgt ze gezegd en ze zucht. Ijskoud wordt de voedster.
Haar lichaam rilt. Ze begríjpt het. Haar witgrijze haren gaan
rechtop staan en ze zegt alles wat in haar opkomt
om die afschuwelijke begeerte uit te drijven.
Het meisje beseft dat ze met recht en reden gewaarschuwd wordt.
Toch wil ze dood, als ze haar drift niet kan bevredigen.
“Blijf in leven! Je zal hem bezitten!” ‘Je vader’ kreeg ze niet
gezegd. Ze zwijgt en bekrachtigt haar beloftes met een gebed.
Het feest van Ceres wordt elk jaar gevierd door moeders die
deugdzaam zijn. Sneeuwwitte gewaden bedekken hun lichaam.
Ze offeren het eerste rijpe graan
en negen nachten lang mogen ze geen seks hebben.
Zelfs een man aanraken is verboden. Cenchreis,
de vrouw van de koning, maakt deel uit van die mysteriecultus.
De koning moet het dan zonder zijn wettelijke echtgenote stellen.
De overijverige voedster trof Cinyras stomdronken aan.
Ze begon over een meisje dat tot over haar oren op hem verliefd was.
Ze verzon een valse naam en prees haar schoonheid.
Op de vraag hoe oud ze was, antwoordde ze:
“Dezelfde leeftijd als Myrrha.” Ze moest het meisje brengen.
Eenmaal thuis zei ze: “Wees blij, kind!
We krijgen onze zin!” In heel haar hart voelt ze geen greintje
vreugde. Ze voorvoelt onheil en verdriet,
maar toch is ze ook blij. Zo verward is haar denken.
Op het ogenblik dat alles stil is en de Ossendrijver zijn wagen
net schuin naar beneden geleid heeft tussen de Kleine en de Grote Beer,
op dát moment begaat zij haar zonde. De gouden maan
ontvlucht de hemel, de sterren houden zich schuil achter zwarte wolken.
De nacht is pikdonker. Als eerste bedek jij, Icarus, je gelaat,
en dan jij, goddelijke Erigone. Jij bemint je vader zoals het hoort.
Driemaal struikelt ze. Keer om! Driemaal laat de uil
zijn lijkzang weerklinken. Dit wordt je dood!
Toch gaat ze. Door de doffe duisternis van de nacht schaamt
ze zich minder. Met haar linkerhand neemt ze de hand van de
voedster vast. Haar andere hand zoekt blindelings tastend
de weg. Ze voelt de drempel van de slaapkamer al.
Ze opent de deur en wordt naar binnen geleid.
Met knikkende knieën staat ze te beven op haar benen.
Ze wordt lijkbleek, haar ademhaling stopt.
Hoe dichter de misdaad, hoe groter de huiver.
Ze heeft spijt van haar roekeloze daad.
Ze wou dat er nog een weg terug was
zonder herkend te worden.
Ze treuzelt. De oude hand van de voedster neemt haar mee
en brengt haar naar het hoge bed. “Hier is ze.
Ze is voor u, Cinyras.” Ze laat de gedoemde lijven samen.
Hij aanvaardt haar in zijn bed van incest:
de vader met zijn eigen vlees en bloed.
Hij sust haar bange meisjeshart,
ze moet haar angst laten varen.
Hij heeft haar waarschijnlijk ‘dochter’ genoemd
omwille van haar leeftijd, en zij hem ‘papa’ –
De namen zetten hun misdaad extra in de verf.
Zwanger van haar vader glipt ze de kamer uit. Zondig
zaad draagt ze in haar vervloekte buik, vrucht van incest.
De nacht daarop doen ze het opnieuw en opnieuw,
totdat Cinyras graag wil weten met wie hij al zo vaak
gevreeën heeft. Hij steekt het licht aan en ziet –
wat een misdaad! – zijn eigen dochter. Hij is gechoqueerd
en trekt z’n zwaard blikkerend uit de schede.
Myrrha vlucht blind door de donkere nacht.
Ze is ontsnapt aan de dood. Zwervend over weidse velden
verlaat ze de palmbomen van Arabia en het land van Panchaea.
De maan is negen keer om de aarde heen gedraaid,
wanneer ze ten slotte uitgeput neerzijgt in Saba.
Haar zwangere buik kan ze nog amper dragen.
Ze zoekt naar woorden voor een gebed.
Ze heeft schrik voor de dood, maar wil niet meer leven:
“Als de goden openstaan voor spijt, ik aanvaard mijn straf,
hoe erg ook, maar ik wil de levenden niet beledigen,
als ik in leven blijf en de doden wil ik evenmin krenken,
als ik doodga. Ontzeg me de toegang tot beide rijken!
Geef mij een andere gedaante, niet levend, niet dood.”
Eén god staat open voor spijt: laatste wensen vinden zeker
gehoor bij de goden. Want terwijl ze nog aan het spreken is,
bedekt de aarde haar onderbenen, haar teennagels breken
en worden woekerende wortels waarop een stevige stam rust.
Haar botten winnen aan kracht, het merg blijft.
Bloed wordt sap, haar armen dikke takken,
haar vingers dunne, haar vel harde schors.
Ook haar ronde buik snoert de boom al groeiend in.
Haar borstkas verdwijnt, daarna haar hals.
Ze kan niet langer wachten en richt haar hoofd
naar beneden. Ze begraaft haar gezicht in het hout.
Ze verliest samen met haar lichaam ook het bewustzijn,
maar toch blijft ze huilen. Lauwe druppels gutsen uit de boom.
Zelfs de tranen zijn beroemd: mirre, genoemd naar Myrrha,
druppelt uit de bast en blijft tot vandaag veelbesproken.
Categorieën
- artikels Martialis
- epigrammen Catullus
- epigrammen Martialis
- gedichten Catullus
- Martialis Covid
- verhalen Ovidius
Archieven
- december 2024
- november 2024
- oktober 2024
- september 2024
- augustus 2024
- juli 2024
- februari 2024
- januari 2024
- december 2023
- november 2023
- oktober 2023
- september 2023
- augustus 2023
- juli 2023
- juni 2023
- mei 2023
- april 2023
- februari 2023
- januari 2023
- december 2022
- november 2022
- oktober 2022
- mei 2022
- april 2022
- maart 2022
- februari 2022
- januari 2022
- december 2021