SOS! (epigram 10.56)

In onderstaand epigram wordt een hele waslijst ziektes opgesomd. Van slechte tanden tot een etterende huig of een hernia (waarmee een verzakking van de ingewanden of het buikvlies werd bedoeld). Maar voor die ziektes, schrijft de ik-persoon in het epigram, bestaat er tenminste een remedie. Capabele artsen staan klaar om een slechte tand te trekken […]

lees meer

Patronus begroeten (7.39)

Clienten waren Romeinen uit een lagere sociale klasse die – als het lot wat meezat – konden rekenen op financiële en juridische bijstand van een rijke Romein, die dan optrad als hun patronus. Maar uiteraard was het motto bij zo’n relatie: voor wat, hoort wat. Of in het Latijn: Quid pro quo. De cliens in […]

lees meer

Onvergeeflijke fout! (epigram 6.88)

Een patronus werd bij de ochtendgroet graag met de nodige grandeur aangesproken, bij voorkeur met ‘regem’ (koning) en ‘dominum’ (heer). Vertikte je het als cliens om mee te gaan in die grootheidswaanzin, dan werd je daarvoor gestraft en kreeg je géén sportula, het Latijnse woord voor de gift van de patronus aan zijn cliënten. Dat […]

lees meer

Zonder heer en meester door het leven! (epigram 2.68)

Een arme Romein – de ‘cliens’ – kon soms rekenen op de steun en bescherming van een rijkere Romein – de ‘patronus’. Om gunsten of geld toebedeeld te krijgen trok de cliens op een ontieglijk vroeg uur naar het huis van zijn patronus om hem daar de ochtendgroet te brengen (Lat. salutatio). Hoe meer cliënten […]

lees meer

Het eenvoudige leven (epigram 1.55)

1.55 Als U in het kort de wensen van Uw vriend Marcus wil vernemen,U Fronto, die de titel van schitterend soldaat en senator mag claimen,dan zou ik me graag heer en meester van een klein stukje grond kunnen noemen,me op eenvoudig vertier in m’n vrije tijd kunnen beroemen.Wie wil nu in een kille, marmeren hal, […]

lees meer

Vriendschapsverzoek aan Fuscus (1.54)

Onderstaand epigram is gericht aan een zekere Fuscus, een succesvolle en rijke advocaat. Ongetwijfeld is hij een van de literaire patroni van Martialis. In epigram 7.28, waaruit zowel de rijkdom als de arbeidsethos van Fuscus blijkt, doet Martialis hem een bundel epigrammen cadeau. Hij wil eerlijk weten wat Fuscus van zijn grappen vindt. Zo’n epigram […]

lees meer

Praatzucht (epigram 5.52)

5.52 Ik weet, Postumus, wat jij me hebt gegeven.Ik zal het onthouden voor de rest van m’n leven.Waarom ik er dan niets van zeg? Dat doe jij toch al genoeg?Toen ik er laatst met iemand over begon, zei die: “Ja, doeg!Dat weet ik toch al! Heeft Postumus me zelf verteld!En nu heb jij me exact […]

lees meer

Carpe diem: Raad voor Lucius Julius Martialis

Martialis heeft heel wat epigrammen gericht tot zijn naamgenoot, Lucius Julius Martialis. Dat was een hardwerkende advocaat, die door Martialis vaak aangespoord werd om wat meer te genieten van het leven. We zien een workaholic voor ons opdoemen, één brok stress en gespannenheid. Tijd om het wat rustiger aan te doen, want de mooie dagen […]

lees meer

Epigram 12.48

Soms heeft men op basis van enkele sensationele verhalen een compleet fout beeld van de oudheid. Alsof elke welstellende Romein wijn dronk uit de navel van een bevallige courtisane of op de maat van opzwepende muziek de ene na de andere oester opslurpte.Dit epigram toont het tegendeel aan: Martialis slaat een uitnodiging voor een copieus […]

lees meer

Epigram boek XI.24

Het valt niet mee voor Martialis: als cliens is hij vaak zo druk bezig met de hielen te likken van zijn patronus dat er amper tijd overblijft om te schrijven… XI. 24 Terwijl ik je begeleid tot aan je deur,luisterend naar je eindeloos gezeuren bij alles wat je zegt of doet, roep: “Formidabel!”,is dat voor […]

lees meer