Snoeshaan Zoilus (epigram 5.79)

Het is een regel die elke vrouw kan beamen: hoe meer kleren, hoe moeilijker het kiezen. Zeker als je enkele opvallende designstuks in de kast hebt hangen, is het verdomd lastig om uit te maken met welke outfit je nu de meeste afgunstige blikken zal oogsten. “Een jurk van Dries Van Noten? Of een tijdloos […]

lees meer

Een gepaste straf voor Zoilus (epigram 4.77)

4.77 Nooit heb ik de goden om rijkdom gevraagd.Nooit heb ik over m’n bescheiden bezit geklaagd.Maar nu wil ik, armoede, dat je vertrekt.Opgehoepeld – sorry! – en wel direct.Wat ik met dit vreemde verzoek tracht te bereiken?Zoilus de ophangkoord aan te reiken. Noot bij de tekst: Martialis hoopt en is er vrij zeker van dat […]

lees meer

De Romeinse blingbling-cultuur (epigrammen 3,29 en 11,37)

De juwelen maken de man De Romeinse cultuur heeft, geloof het of niet, heel wat gemeen met de hiphop-cultuur. Het showelement met nadruk op de vestimentaire blingbling is in beide culturen opvallend aanwezig. Kanye West, Lil Jon, Slick Rick, … allen dragen ze kettingen en ringen die uit de grafkamer lijken te komen van een […]

lees meer

Epigram 12.48

Soms heeft men op basis van enkele sensationele verhalen een compleet fout beeld van de oudheid. Alsof elke welstellende Romein wijn dronk uit de navel van een bevallige courtisane of op de maat van opzwepende muziek de ene na de andere oester opslurpte.Dit epigram toont het tegendeel aan: Martialis slaat een uitnodiging voor een copieus […]

lees meer

Praatzucht aan tafel – deel 2 (3.45)

3.45 Geen idee of Phoebus van Thyestes’ tafel de blik heeft afgewend, (1)wij zijn alleszins, Ligurinus, van de jouwe weggerend.Op het eerste zicht hadden we nochtans geen reden tot klagen:enkel de meest exquise gerechten waren het die wij zagen.Maar die werden as in onze mond,toen jij de tijd rijp voor declameren vond.Als jij zo doorgaat […]

lees meer

Dento toch! (5.44)

Je hebt van die mensen, ik ken ze maar al te goed, die jou zonder blikken of blozen dumpen wanneer ze iemand beter hebben gevonden. Iemand die mooier is en grappiger. Iemand die op het juiste moment de juiste opmerking maakt. Iemand die kan eten zónder te smakken en niet zo’n stinkende winden laat. Totdat […]

lees meer

Tongilius, jij gulzigaard! (epigram 2.40)

Ziek zijn is lastig en vervelend, maar het heeft ook zo zijn voordelen. Voor één keer worden de huishoudelijke klusjes in mijn plaats opgeknapt. Door even te kuchen of te zuchten, ontlok ik aan mijn huisgenoten de ongeruste vraag of ik soms iets nodig heb. “Een glaasje water,” breng ik uit, met een schor uitgebrachte […]

lees meer

Een vlerk aan tafel (2.37)

Als je bij een Romein voor een diner uitgenodigd werd, kreeg je na afloop soms kleine gerechten mee naar huis. En dan hopelijk niet alleen díe gerechten, die niemand lustte en daarom onaangeroerd op tafel zijn blijven staan.Het was natuurlijk ook niet de bedoeling om, vooraleer ieders maag rijkelijk gevuld was, stiekem al gerechten mee […]

lees meer