Epigram boek XII.17

Feasting Roman Style
Een Romeins banket, een schilderij van Roberto Bompiani (late 19de eeuw)

“Verzorg je goed!” krijg je vaak te horen van mensen, wanneer je ziek bent. Of, als ze jouw talent op dat vlak in twijfel trekken (je bent misschien een living on the edge type) of ze weten dat je gewoon te lui bent om verse groenten en fruit te kopen: “Laat je goed verzorgen!”

En hoewel daar natuurlijk wel een grond van waarheid in zit, laat je je best ook niet té goed verzorgen. Want die goede zorgen vallen misschien ook wel in de smaak bij het beestje dat je ziek maakt…

XII. 17

Jij vraagt je af, Laetinus, waarom de koorts nu nog niet is geweken,
terwijl je onophoudelijk ligt te jammeren onder je deken.
Ze wordt samen met jou naar het badhuis gebracht
en ook aan tafel wordt er aan haar gedacht:
champignons en oesters zijn de entrees,
daarna uier van zeug en ’t malste everzwijnenvlees.
Dronken wordt ze alleen van de beste wijn,
achteraf wil ze immers geen migraine.
Omringen laat ze zich door rozen of bloemen uit het oosten,
alleen in dat decor wil ze namelijk toosten.
Rusten doet ze dan weer op donzen kussens, purpergekleurd,
een schoonheidsslaapje is zo in een mum van tijd gebeurd.
Zeg, Laetinus, jij die je koorts zo goed soigneert,
denk je nu echt dat ze jou op die manier de rug toekeert?

Noot bij de wijn: Martialis vermeldt 3 soorten wijn die in de Oudheid hoog aangeschreven stonden: wijn uit Setia, een stad in Latium (de zogenaamde Setinum vinum, lievelingswijn van keizer Augustus), Falernische wijn uit Campanië en Caecubische wijn uit het zuiden van Latium. Omdat ik die namen haast onmogelijk in een of ander rijmschema kreeg gesnoerd, zijn ze in m’n vertaling gesneuveld. Maar deze noot moet dat goedmaken bij de wijnkenners onder u.

Post Tagged with

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *