Zotverliefd
- mrt
- 21
- Gepost door admin
- Gepost in epigrammen Martialis

Mensen die verliefd zijn, zijn ronduit irritant. Ze krijgen geen zinnig woord meer over de lippen en elke nietszeggende bagatel doet hen aan het voorwerp van hun verlangen denken. Ze voelen zich ook altijd verplicht om die gelijkenis met vele woorden toe te lichten, ook al heb je de persoon in kwestie nog nooit gezien en wil je dat na hun uitleg ook niet meer. Soms krijgen ze helemaal het zot in hun kop en wanen ze zich een tweede Shakespeare of Rimbaud, een Catullus of een Sappho. Aangespoord door de blinde drift van hun liefde schrijven ze het ene karamellenvers na het andere. Ze kijken ook altijd dromerig, terwijl ze het hebben over “hun amoureux”, “the love of their life”, “hun AL”. Die halve grijns krijgen ze maar niet van hun verliefde smoel. Wanneer het jou in de aanwezigheid van zo’n verliefde ziel dan eindelijk vergund wordt om ook eens iets te zeggen, betrap je hen erop dat ze eigenlijk niet aan het luisteren zijn. Een verdwaasde “H’m?” is de enige bijdrage die ze aan het gesprek leveren. Hopeloos…
1.68
Wat Rufus ook doet,
Naevia is de enige aan wie hij denken moet.
Of hij nu vreugde voelt of stil verdriet,
over Naevia zwijgt hij niet.
Hij dineert en heft het glas.
“Ik wou dat Naevia er was!”
Ook bij het behartigen van zijn zaken,
brengt hij Naevia’s naam ter sprake.
Als Naevia niet bestond,
hield hij vast voor eeuwig z’n mond.
Gisteren schreef hij zijn vader een briefje
en begon met “Naevia, m’n liefje!”
Naevia las het en lachte, het gezicht
genoegzaam naar de grond gericht.
Naevia de enige die bestaat?
Je raaskalt, Rufus, dolle praat!
Categorieën
- artikels Martialis
- epigrammen Catullus
- epigrammen Martialis
- gedichten Catullus
- Martialis Covid
- verhalen Ovidius