Waarschuwingen aan de lezer
- dec
- 31
- Gepost door admin
- Gepost in epigrammen Martialis
Er zijn misschien lezers geweest die last hadden van plaatsvervangende schaamte bij het lezen van het vorige epigram. Anderen zullen zich misschien verslikt hebben in hun koffie door de expliciete taal. En nog anderen hebben misschien een zucht van opluchting geslaakt – uit welke lichaamsopening dan ook – bij de vaststelling dat geroezemoes uit de flamoes ook al in de Oudheid voorkwam. Ik geef grif toe: ik had u beter gewaarschuwd, lezer, voor de hitsige taal en de vuige onderwerpen van het epigram.
Ook in de Oudheid moet Martialis daarop aangesproken zijn, want in tal van epigrammen trekt hij in het verweer en wast hij zijn handen in onschuld, wanneer hij geconfronteerd wordt met het verwijt dat hij een vieze vetzak zou zijn. Niets is minder waar, verzekert de dichter ons in het vierde epigram van het eerste boek “lasciva est nobis pagina, vita proba”, Ons werk is misschien wel vunzig, maar wij leiden een rechtschapen leven! Overigens mag het aantal pornografische gedichten niet overdreven worden. De classicus J. P. Sullivan heeft het keurig uitgerekend: van de 1.172 gedichten zijn er maar 86 die in die richting gaan, of zoals Sullivan het zelf formuleert: “Of these there are only eighty six which a Victorian amateur of Latin literature would blush to offer in a literal English translation…” (1)
Hieronder volgen een aantal van Martialis’ waarschuwingen, niet zelden gericht tot de vrouwelijke helft van zijn publiek, die hij vaak aanduidt met de woorden ‘casta’ of ‘pudica’, woorden die zoveel betekenen als: kuis, ingetogen. Hij ontraadt hun zelfs de lectuur van zijn werk wegens te aangebrand. Onnodig te zeggen dat Martialis dat nooit echt meent: vrouwen zijn nu eenmaal des duivels, steeds ‘playing hard to get’ met een besmuikt ‘ikweetdathetnietmagmaarikdoehettochmaar’-lachje om de mond.
XI.16
Zitten er strenge zedenmeesters in het publiek? Verlaat de zaal!
Ik wil geen zuurpruimen die zich storen aan mijn taal.
Elk vers in mijn boek is fallisch getint
en knettert als een flamenco zo gezwind.
Jij noemt mijn verzen “vulgair” en “puberaal”,
maar die tent in je broek vertelt een ander verhaal.
Preutse nonnen staan heet van verlangen
en lezen mijn verzen met een blos op hun wangen.
Lucretia (2) kleurt en verbergt me voor haar man.
Ach Brutus (3), hoepel op! Maak dat zij verder lezen kan.
III. 86
Dit deel is niet voor kuise dames zoals jij.
Dus gooi mijn boekje als de bliksem opzij.
Mijn raad doet zijn werk niet:
je leest verder en geniet.
Maar ach, naast mimespelers (4) in actie,
lijken mijn verzen wel een kinderattractie!
I.35
Mijn verzen zijn te lichtvoetig, zeg je ontstemd,
en niet voor lectuur op de schoolbanken bestemd.
Ach, Cornelius, ouwe zeur, vergelijk ze met een man
die zonder stijve pik zijn vrouw niet bevredigen kan.
Wil je een bruiloftslied zonder schunnige taal?
Schunnige taal is voor zo’n lied nu net normaal.
Eis je dat carnaval serener moet zijn en discreet?
Wil je soms ook hoeren in een deftig pakje gekleed?
Gun mijn gedichten toch hun franke spot.
Alleen zo bezorgen ze de lezer genot.
Bewaar je ernst voor op het werk,
aan poëzie stel je paal noch perk.
Blijf maar ver weg van mijn gedichten met je handen,
want een gecastreerde Priapus is een schande!
Noten bij de tekst:
(1) Sullivan, Martial’s Sexual Attitudes in: Philologus 123 (1979), pg. 289
(2) Lucretia was volgens de Romeinse geschiedenisboeken een vrouw van onbeschrijflijke schoonheid en exemplarische deugdzaamheid. En zoals vaak in de geschiedenis zijn de vrouwen vaak, zo niet altijd, de pineut. Op een dag wordt Lucretia, die gelukkig getrouwd was of wat had u gedacht?, verkracht door een van de zonen van de koning. Omdat haar eer op brutale wijze geschonden werd, pleegt Lucretia zelfmoord nadat ze haar vader en man had laten zweren haar te zullen wreken. Vader en manlief houden woord en verjagen de koning en diens familie uit de stad Rome. Die verbanning betekende meteen ook het einde van het koninkrijk en het begin van de Republiek.
(3) Hiermee wordt waarschijnlijk Lucius Iunius Brutus bedoeld, een goede vriend van Lucretia’s echtgenoot die mee de opstand geleid heeft.
(4) Een korte opmerking in verband met het genre van de mime, een theatergenre dat een grote populariteit kende onder de regeerperiode van keizer Augustus (eerste keizer van Rome, 27 v. Chr.). De situaties die uitgebeeld werden waren alledaags en allesbehalve verheven (vaak ook seksueel getint). Het taalgebruik was navenant: eerder vulgair en platvloers. Mimespelers stonden laag in aanzien. Zo laag zelfs dat het zelfs aan vrouwen toegestaan was om op de planken te staan. Acteren was in de oudheid immers in hoofdzaak een mannenzaak.
Categorieën
- artikels Martialis
- epigrammen Catullus
- epigrammen Martialis
- gedichten Catullus
- Martialis Covid
- verhalen Ovidius
Archieven
- december 2024
- november 2024
- oktober 2024
- september 2024
- augustus 2024
- juli 2024
- februari 2024
- januari 2024
- december 2023
- november 2023
- oktober 2023
- september 2023
- augustus 2023
- juli 2023
- juni 2023
- mei 2023
- april 2023
- februari 2023
- januari 2023
- december 2022
- november 2022
- oktober 2022
- mei 2022
- april 2022
- maart 2022
- februari 2022
- januari 2022
- december 2021