Terug van weggeweest… (12.59)
- jul
- 15
- Gepost door admin
- Gepost in epigrammen Martialis
Hoewel het aantal coronabesmettingen opnieuw de hoogte ingaat, is er van ‘social distancing’ al lang geen sprake meer. De anderhalve meter lijkt een begrip uit lang vervlogen tijden. De hete adem van een ongeduldige klant in de kassarij is weer schering en inslag. Ook op het vlak van begroetingen zijn de ongewenste aanrakingen weer volop in zwang. Het is de enkeling die nog groet met de elleboog, al de anderen zijn al lang terug overgeschakeld op inniger fysiek contact. En ook al is het fijn om een goede vriend, die je al een poos niet meer gezien hebt, een knuffel of een kus te geven, is het heel wat minder aangenaam om door vage kennissen gegijzeld te worden in een knuffel die meer lijkt op een stevige wurggreep. Ontsnappen is enkel mogelijk met een zwarte gordel op zak.
In het volgende epigram beschrijft Martialis met nauwelijks verholen leedvermaak de terugkeer van een man in de stad na een lange periode van afwezigheid. Hij wordt door jan en alleman innig aan de borst gedrukt en gekust, ook door mensen die uren in de wind stinken hetzij door hun beroep, hetzij door bedenkelijke seksuele activiteiten. Het is een rijtje om U tegen te zeggen. Begint Martialis nog vrij onschuldig met het liefdespaar Catullus en Lesbia, de olfactorische stoet ontaardt vrij snel in geitenbok en urine, om tot slot te eindigen met de ‘fellator’ en ‘cunnilingus’, bij Martialis dé oorzaken bij uitstek voor een slechte adem.
12.59
Rome heeft nog nooit iemand op zoveel kussen getrakteerd,
nu je na vijftien jaar in de stad bent teruggekeerd.
Het aantal kussen van Lesbia verzinkt in het niet, (1)
wanneer de hele buurt jou eindelijk nog eens ziet:
de boer met lange haren en een smerige bokkengeur,
de wever en de voller. Mon dieu, quel odeur!
Ook de schoenmaker komt aangerend (2)
en tekent met z’n lederstank present.
En dan de meester met de ziekelijke kin. (3)
Ook die heeft in het kussen duidelijk zin.
De mankepoot met het verlamde rechterbeen, (4)
onheil en rampspoed voor iedereen.
De leepogige en de pijpmond mogen niet ontbreken (5)
en ook de kutlikker zit bij jou om kusjes te smeken.
Van alle kanten word je op gekus getrakteerd.
Nog geen spijt dat je bent teruggekeerd?
Noten bij de tekst:
(1) Catullus, een Romeinse dichter uit de 1ste eeuw voor Christus, was smoor op een zekere Lesbia. Zij was een femme fatale die er tal van minnaars op nahield. Dat zij het hart van Catullus meer dan één keer aan diggelen geslagen heeft, was te verwachten. Catullus heeft de knipperlichtrelatie in fraaie gedichten beschreven. Ze lezen nog altijd alsof ze gisteren zijn geschreven. In carmen 7 bedelt Catullus om kusjes: hoe meer, hoe beter. Oneindig veel wil hij er, de veelvraat.
(2) Martialis vermeldt enkele beroepen die met stank worden geassocieerd: de wever (Lat textor) – ruwe, onbewerkte wol geurt, zeker als die een tijdje opgeslagen ligt – , de voller (Lat fullo), die urine gebruikt om kledij te wassen en tot slot de schoenmaker (Lat sutor), die met leer werkt dat eerst moet ‘ontvleesd’ worden.
(3) Met de gevaarlijke kin (v8 menti… pericolusi) bedoelt Martialis de ziekte mentagra, een schimmelziekte in de baardstreek. Plinius Maior vermeldt de ziekte in zijn Naturalis Historia XXVI, 2. Hij schrijft dat vrouwen, slaven, het lagere volk en de middenklasse geen last hadden van deze kwaal, maar dat de ziekte zich onder aristocraten wél snel verspreidde, omdat zij de gewoonte hadden elkaar te begroeten met een kus (nec sensere id malum feminae aut servitia plebesque humilis aut media, sed proceres veloci transitu osculi maxime). Het is geen toeval dat hier een dominus, de meester en dus iemand uit een hogere klasse, met de ziekte besmet is.
(4) De mankepoot (v9 dexiocholus) heeft geen duidelijke link met een kwalijke geur. Aangezien hij met z’n rechterbeen sleept en de Romeinen alles wat links is als een onheilspellend voorteken beschouwen (Lat sinister), kunnen we deze figuur misschien ook beschouwen als iemand van wie je niet graag een kus ontvangt. Voor de verduidelijking heb ik het vers ‘onheil en rampspoed voor iedereen’ er aan toegevoegd. Die woorden staan evenwel niet in de Latijnse tekst.
(5) Hetzelfde met een leepogige (v9 lippus). Waarom zou iemand met een oogziekte uit zijn mond stinken? Oogziekten verbindt Martialis wel vaak met verwerpelijke individuen: Zoilus, Mamurianus en Philaenis. In epigram 2,33 weigert Martialis Philaenis te kussen, die kaal is en roodharig en maar één oog heeft. Hij zegt dat hij evengoed een pijpmuil zou kunnen kussen. Ergens lijkt er dus voor Martialis een verband te bestaan tussen al deze uiterlijke ‘defecten’ en een vanuit Romeins oogpunt bedenkelijke seksuele moraal.
Categorieën
- artikels Martialis
- epigrammen Catullus
- epigrammen Martialis
- gedichten Catullus
- Martialis Covid
- verhalen Ovidius
Archieven
- december 2024
- november 2024
- oktober 2024
- september 2024
- augustus 2024
- juli 2024
- februari 2024
- januari 2024
- december 2023
- november 2023
- oktober 2023
- september 2023
- augustus 2023
- juli 2023
- juni 2023
- mei 2023
- april 2023
- februari 2023
- januari 2023
- december 2022
- november 2022
- oktober 2022
- mei 2022
- april 2022
- maart 2022
- februari 2022
- januari 2022
- december 2021