Praatzucht (epigram 5.52)

5.52

Ik weet, Postumus, wat jij me hebt gegeven.
Ik zal het onthouden voor de rest van m’n leven.
Waarom ik er dan niets van zeg? Dat doe jij toch al genoeg?
Toen ik er laatst met iemand over begon, zei die: “Ja, doeg!
Dat weet ik toch al! Heeft Postumus me zelf verteld!
En nu heb jij me exact hetzelfde gemeld!”
Twee omroepers maken het te bont.
Als je wil dat ik het zeg, hou jij dus beter je mond.
Want hoe prachtig de geschenken ook zijn die ik van je ontvang,
de praatzucht van de schenker, Postumus, wordt hun ondergang.

Post Tagged with , ,

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *