Praatzucht bij leraars (epigram 9.68)

Roman Education - Roman Education
Een Romeinse schoolmeester (ludimagister) aan het werk.

Het respect voor een leraar stelde in de oudheid ook helemaal niets voor. Een leraar van de basisschool (Lat. ludimagister) was zowel in de komedie als in het genre van de satire vaak de kop van jut. Een vervelende snertvent (want vrouwen werden uit elke openbare functie geweerd), die de leerlingen met zijn gebrul terroriseerde en er niet voor terugdeinsde om fysiek geweld te gebruiken. De zweep lag nooit ver weg. De theoloog Augustinus (354-430 n.Chr.) verzuchtte: ‘Als je kunt kiezen tussen sterven of weer kind worden, wie zou de dood dan niet verkiezen?’ Geen hyperbool, vrees ik. Op een Romeinse school was het vooral verzen van bekende dichters stampen en klappen incasseren.

9.68

Laat ons toch gerust, jij stuk crapuul.
Val iemand anders lastig met je gelul
over onderwerpen die ons toch niet interesseren
en waarover jij ’s morgens vroeg al zit te oreren.
De hanen hebben nog niet gekraaid
of jij laat je gemene stem verdraaid
door het klaslokaaltje schallen.
Je laat de zweep nog harder knallen
dan een smid de hamers in zijn atelier.
Alweer een ridder te paard, hoezee! (1)
Zelfs het publiek dat roept en tiert
en zo de overwinning van de Thrakiërs viert (2)
heeft nog nooit zoveel kabaal gemaakt
als wanneer jij de kinderen met je lessen vermaakt.
Wij buren zouden toch ook graag eens een nachtje slapen.
Nog vaker dan je leerlingen zitten wij intussen te gapen.
Gun de kinderen dus een dagje vrijaf.
Dan zijn wij ook verlost van je geblaf.
Als jij, babbelzieke vent, bereid bent om te zwijgen,
zal je van ons evenveel geld als voor je lessen krijgen!

Noten bij de tekst:

(1) Succesvolle pleiters hadden de gewoonte om standbeelden van zichzelf als ridder te paard te laten maken. Die standbeelden stonden dan in de inkomhal (Lat. vestibulum) te pronken. De satiricus Iuvenalis deed hier ook zijn beklag over (satire VII v. 122-128, vert. Marietje D’Hane-Scheltema): “Als je na vier keer pleiten een tientje hebt gebeurd, komt nóg een deel volgens de afspraak toe aan procureurs. Alleen Aemilius, als man van adel, ontvangt het hoogste loon, al hebben wij beter gepleit. Er staat ook in zijn hal een bronzen zegekar met steigerend vierspan en van hemzelf een ruiterbeeld: vanaf zijn vurig ros rammelt hij dreigend met een half verbogen lans en loert van verre op tegenstand, al mist het beeld zijn ogen…”
(2) Onder de gladiatoren had je verschillende types. Een gladiator die zich moest verweren met een klein schild (Lat. parma) werd een Thrakiër genoemd. Keizer Domitianus was fan van de ‘scutarii’, gladiatoren die een groot schild droegen. Wanneer de Thrakiër dan toch tegen de verwachtingen in de overwinning behaalde, gingen de toeschouwers extra uit hun dak.

Verder lezen?

MARIANNE DALSGAARD, De strenge Romeinse school: gedichten stampen en klappen krijgen: klik hier.

Verder kijken?

Voor de beschrijving van een reliëf waarop een gladiatorengevecht is afgebeeld (in het Engels): klik hier.

Voor de beschrijving van een dagje in het Colosseum (in het Nederlands): klik hier.

Hoe gaat het er aan toe op een Romeinse school? (in het Nederlands): klik hier.

Post Tagged with ,

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *