Je bent een huichelaar, Nasica! (2.79)

Romeinse fresco uit Pompeji

Sommige mensen zijn zo gierig als de pest en dat weten ze van zichzelf. Alleen: er openlijk voor uitkomen doen ze niet. Zoveel inzicht in wat passend is of niet, hebben ze nog wel. Ze doen hun uiterste best hun gierigheid voor anderen te verbergen. Zo willen ze jou ook wel eens trakteren op café. Alleen stellen ze net dát moment voor, wanneer ze verdomd goed weten dat jij dan in de tangoles zit. ‘Oh, kan je dan niet? Jammer.’ De veinzers. Nog een geluk dat ik intussen gepokt en gemazeld ben en weet hoe ik moet omgaan met die huichelachtigheid. Ik speel gewoon een verkeerde agenda door. Mijn tangoles is helemaal niet op donderdag, maar op vrijdag. Komt er dus een invitatie binnen om op donderdagavond de dorstige kelen te spoelen, veins ik meesterlijk: ‘O nee, maar dan kan ik niet. Ik heb tangoles.’ Na de stilte die volgt op het salvo aan “Oh’s!” en “Ah’s!”, zeg ik grootmoedig: ‘Maar weet je wat? Ik skip die les gewoon. Het is immers al zo lang geleden dat we samen eens wat gedronken hebben.’ De blikken die ze je dan toewerpen…! Kostelijk! Alleen tangoles volgen met een kater de dag erop moet ik er bijnemen.

2.79

Jouw uitnodiging, Nasica, komt op een allerongunstigst moment,
zoals jij je daar ongetwijfeld wel van bewust bent:
De gasten hebben zich net aan míjn tafel neergezet.
Mijn allerwelgemeendste excuses: ik ben al bezet.

Post Tagged with , ,

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *