Het fatje

Foto Tamm

Sommige mannen vinden hun uiterlijk bijzaak. Ze gaan gekleed in een aftandse jeansbroek en stappen ongegeneerd de supermarkt binnen in een joggingbroek en pantoffels, of in iets anders dat comfortabel zit. Ze verspreiden, al naargelang het moment van de dag, een zweet-, alcohol- of tabakgeur. Deodorant gebruiken ze niet ná, maar vóór een wasbeurt, die ze dan tegelijk kunnen overslaan. Zich scheren doen ze niet. Stoppels zijn stoer en een baard dragen is hip. Een onderbroek wordt wekelijks ververst.
Aan de andere kant van het spectrum bevindt zich “het meneertje”, altijd strak in het pak en tot in de puntjes verzorgd. Haartjes netjes gekamd, snorretje zorgvuldig bijgeknipt, hydraterende crème steeds binnen handbereik. En altijd is hij wel met een of andere vrouw aan het kletsen. Maar, zegt Martialis, daar hoeven wij, échte mannen, ons helemaal niet druk om te maken.

12.38

In een vrouwenkoets doorkruist hij dag en nacht de stad.
Er is niemand die hem niet kent, de fat,
steevast in het purper gekleed,
smoeltje verwijfd, de borstkas breed,
de lokken altijd gepommadeerd,
de wangen rijkelijk geparfumeerd,
de benen als baby’s zo glad geëpileerd.
Je krijgt hem niet uit het gezelschap van je vrouw geweerd.
Schaamteloos plakt hij aan haar zij,
nooit veraf, altijd dichtbij.
Reden tot paniek, Candidus, is hij echter niet.
Zo’n type práát met vrouwen, hij neukt hen niet.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *