Epigrammen boek III.74 en boek VI.57

2
Marmeren buste uit de 1ste eeuw v.Chr.

Over kaalheid bij mannen

In de Oudheid gold een kale man maar als een halve man. Geen wonder dus dat mannen die door hun haar begonnen te groeien en een steeds maar uitgestrekter wordende vlakte lieten zien, koortsig op zoek gingen naar middelen om hun kaalheid te verbergen. Je zou maar eens in die machomaatschappij voor “mietje” uitgescholden worden…! Nu, eerlijk gezegd denk ik niet dat die Roman boys het lef zouden gehad hebben om tegen iemand als pakweg Bruce Willis of Jason Statham een onvertogen woord te spreken. Maar bij gebrek aan hun looks is het dus zoeken naar andere oplossingen. En zoals je zal lezen is de ene oplossing al inventiever dan de andere…

Oplossing 1: Bruce Willis achterna (maar dan nog kaler)!

III. 74

Elk haar op je hoofd moet eraan geloven,

met wax en crèmes, Gargilianus, zit je je uit te sloven.

Heb je dan zo’n schrik van kappers opgedaan

dat je zélf aan de slag bent gegaan?

En je nagels? Knip je die ook met hars?

Ach, Gargilianus, zo’n kale knikker is een fars!

Ga je niet onder schaamte gebukt?

Enkel een kut wordt volledig kaal geplukt.

Oplossing 2: Euh… de boze heks uit Hans en Grietje achterna!

VI. 57

Phoebus, jij leugenaar!

Jij hebt toch helemaal geen haar?!

Maar toch beweer je van wel,

want eerst smeer je geurende zalf over je vel

en daarna doen wat verf en een borstel de rest.

Aan kappers, Phoebus, had je toch al de pest.

Die zijn nu helemaal overbodig.

Enkel water en zeep heb je nodig.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *