Epigram boek IX.27
- dec
- 28
- Gepost door admin
- Gepost in epigrammen Martialis

Een andere manier om beginnende kaalheid te verbergen is om het scheermes boven te halen, komaf te maken met die weinig flatterende plukken haar en pas te stoppen, wanneer de schedel getransformeerd is in een blinkende biljartbal. Er zijn wel een aantal regels dat de man in kwestie in acht moet nemen: eerst en vooral moet hij gezegend zijn met een gaaf en bol schedel. De plukken haar, die hopelijk op cruciale plekken zijn blijven staan, zijn in dat geval noodzakelijke camouflage van bulten en knobbels. Als de man over genoeg budget beschikt, raad ik hem het aanschaffen van een pruik aan. Ten tweede moet hij, zoals in alle dingen, maat kunnen houden en mag hij niet, eenmaal met een zekere opwinding de gladde schedel werd aanschouwd, doorgaan met het epileren van de rest van zijn lichaam. Dat is voor een echte man immers not done. Want voor hij het goed en wel beseft is er op zijn hele lijf geen haartje meer te bespeuren. En u raadt al wat de volgende stap is. Tuurlijk, hij begint zich overvloedig te parfumeren, frequenteert dubieuze milieus en laat zich gewillig nemen door stoer mannenvolk dat in die gladde billen natuurlijk meteen een lekker wijfie herkent. Ik overdrijf? Nee, helemaal niet.
IX. 27
Elk haartje, Chrestus, wordt van je ballen gerukt
en je lul is kaler dan een gierennek geplukt.
Zo kaal als je kop is een hoerenreet maar zelden
en ook het haar op je benen moet het ontgelden.
Je bovenlip laat je zorgvuldig epileren
en in dreigende taal lijk je te excelleren:
helden en filosofen van weleer breng je ter sprake,
de jeugd is om zeep, van dat slappe theatergedoe moet je braken.
Er kan jou geen jonge atleet passeren,
terwijl jij nog vol overgave zit te oreren,
die niet meer onder het toezicht van z’n paedagogus staat
en zonder fibula door de penis de straat op gaat
of jij zit als een spin in haar web gereed,
om hem te lokken met een knikje, heel discreet.
En wat die strenge tong van jou, Chrestus, dan pleegt te doen
druist voor die helden van weleer in tegen élk fatsoen.
Noot bij tekst:
De fibula, die Martialis in vers twaalf van het epigram vermeldt (refibulavit) was een speld die door de voorhuid van jonge mannen gestoken werd om seksuele activiteiten onmogelijk te maken. Hier wordt die praktijk toegepast bij een jonge atleet, die zich niet mag inlaten met amoureuze avontuurtjes, maar zijn aandacht gericht moet houden op zijn sportprestaties. Bij Griekse atleten was er een gelijkaardig gebruik in zwang, dat spottend kunodesmē genoemd werd (letterlijk ‘leiband voor de hond’). Men rekte de voorhuid van de penis uit en bond er een touwtje omheen. Nieuwsgierig geworden? Google dan gerust even “The Tomb of the Monkey”, een graftombe die in 1847 ontdekt werd door een zekere Alexandre François. Verschillende fresco’s in de graftombe laten atleten zien die zo’n leibandje om de penis hebben.
Categorieën
- artikels Martialis
- epigrammen Catullus
- epigrammen Martialis
- gedichten Catullus
- Martialis Covid
- verhalen Ovidius