Epigram boek II.89

Standbeeld van een patricische man uit het midden van de eerste eeuw voor Christus. Als je Marcus Porcius Cato ingeeft bij Google, krijg je meteen dit portret te zien, maar blijkbaar is niet geweten wie de patriciër was.

In dit epigram passeren verschillende historische figuren de revue. Ik stel ze kort aan u voor:

Met Cato wordt Marcus Porcius Cato (234-149) bedoeld, ook wel Cato de Censor genoemd. Hij is de belichaming van de strenge moraal uit de vroege Republiek. Hij heeft zich als een gek verzet tegen alles wat Grieks was, omdat die invloed van de Griekse cultuur in zijn ogen een bedreiging was voor de traditionele, Romeinse normen en waarden. Een zinloze strijd natuurlijk, aangezien de Romeinse upper class allengs de Griekse cultuur meer en meer ging omarmen. De zinloosheid van zijn strijd zou hij op het einde van zijn leven hebben ingezien: op hoge leeftijd zou hij volgens Cicero, die dat feit vermeldt in zijn werk De senectute, Grieks hebben geleerd. Waarschijnlijk om de vijand in zijn eigen taal verrot te schelden.

Cicero (106-43) is samen met Caesar dé Romein die bijna iedereen, ook degenen die geen Latijn hebben gestudeerd of tijdens de lessen geschiedenis de hele tijd hebben zitten suffen, kent. Hij was politicus en redenaar en een weinig begenadigd dichter.

Met Antonius wordt Marcus Antonius (83-30) bedoeld, de rechterhand van Caesar, die net zoals Caesar te diep in de ogen van Cleopatra gekeken had. Hun liaison inspireerde de grote Shakespeare tot het schrijven van zijn tragedie Antony and Cleopatra in 1606 of 1607. Hij was ook een notoir drankorgel. Marcus Antonius, niet Shakespeare.

Apicius (1ste eeuw v. Chr.) was iemand die verzot was op eten. Een echte ‘smulpaap’, zoals dat dan heet. Hij zou zijn hele fortuin verkwist hebben aan buitensporige banketten en wilde feestjes. Die financiële kater zou hem tot zelfmoord gedreven hebben. Het kookboek dat op zijn naam is overgeleverd, zou slechts enkele recepten bevatten die echt van hem zijn.

II. 89

Je houdt ervan om de nacht in liters wijn te smoren.
Geeft niks, Gaurus, ook Cato heeft bij ’t nodige drankgebruik gezworen.
Je schrijft het ene na het andere inspiratieloze gedicht.
Geeft niks, Gaurus. Ook Cicero werd daarvan beticht.
Net zoals Antonius moet je regelmatig braken.
En net zoals Apicius kan je luxe best wel smaken.
Maar het feit dat je mannen een pijpbeurt geeft,
welk historisch voorbeeld heb je daarvoor nageleefd?

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *