Epigram boek II.19
- mei
- 04
- Gepost door admin
- Gepost in epigrammen Martialis

Dat geef ik grif toe: wanneer ik bij iemand thuis uitgenodigd word voor een diner, zijn mijn verwachtingen hoog gespannen. De bourgondische keuken is me met de paplepel ingegoten. Kom dus niet aanzetten met een droge beschuit die ik in een ongezouten soepje moet soppen. Water mag op de tafel niet ontbreken, maar laat het alsjeblieft niet de enige drank zijn. Water lest de dorst, maar niet de goesting. Ik verwacht ook niet van m’n gastheer of -vrouw dat hij/ zij alles eigenhandig heeft klaargemaakt. Absoluut niet! Ik heb er alle begrip voor dat sommigen nog geen ei kunnen bakken. Maar dat mag geen excuus zijn voor een uitgedroogd stukje vis, een mislukte panna cotta of slap gekookte groenten. Genoeg traiteurs met een uitmuntende reputatie te vinden!
Zoïlus uit onderstaand epigram mag zijn invitatie houden. Alsof ik bij hem mijn tijd ga verdoen!
2.19
Denk je, Zoilus, dat een diner me gelukkig kan maken?
Dat ik van jóuw diner in vervoering zal geraken?
Wie van jóuw diner, Zoilus, gelukkig wordt,
krijgt thuis vast een bedelaarsmaal op zijn bord. (1)
Noot bij de tekst:
(1) In het Latijn staat er letterlijk (verzen 3-4) Debet Aricino conviva recumbere clivo,/ quem tua felicem, Zoile, cena facit. (wie van jouw diner gelukkig wordt, Zoilus, moet als gast aanliggen bij de helling in Aricia). Aricia was een stad die op zo’n 25 km van Rome aan de Via Appia lag, een drukke weg die je helemaal naar het zuiden van Italië bracht. Aricia was vaak de eerste stopplaats voor reizigers die vanuit Rome naar het zuiden afzakten. Door de helling die je blijkbaar op of af moest, vertraagde het tempo van de reizigers. Een strategisch punt dus voor bedelaars die er om geld en voedsel zaten te vragen.
Categorieën
- artikels Martialis
- epigrammen Catullus
- epigrammen Martialis
- gedichten Catullus
- Martialis Covid
- verhalen Ovidius