Epigram boek I.103

Afbeelding van keizer Tiberius, waarop de toga, hét officiële kledingstuk van de vrijgeboren Romeinse man goed te zien is (1ste eeuw n.Chr.)

Sommige mensen lijken niet in de wieg gelegd voor een luizenleven. Geef ze een miljoen en ze werken zich nog te pletter, bijten elke cent in twee en zitten onverstaanbaar te mompelen boven een bord lauwe soep, waarin ze wat beschimmeld brood doppen. Voor die mensen heeft Martialis het volgende advies:

I. 103

“Gaven de goden mij een miljoen,

ik zou wel weten wat te doen!

Als een keizer door het leven gaan!

Een luxueus en zalig bestaan!”

Dát, Scaevola, waren jouw woorden,

toen je nog niet tot de ridderstand behoorde.

De goden betaalden je met een lach

prompt het volledige bedrag.

Sindsdien ga je in een vuilere toga gekleed,

en zit er op je mantel nog meer sleet,

je schoenen laat je voortdurend herstellen,

de olijven zit je aan de tafel te tellen.

Je eet er hooguit drie per dag,

de rest is voor het volgende gelag.

Met één gerecht doe je zeker twee dagen,

van flutjeswijn durf je zelfs de droesem vragen.

je lauwe erwtensoep kost je geen rooie duit.

Aan vrouwen geef je net hetzelfde uit.

Laten we je voor de rechter dagen!

Je meineed, Scaevola, is niet meer te verdragen.

Het wordt tijd om eindelijk eens te léven

of om het geld aan de goden terug te geven.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *