Een gepaste straf voor Zoilus (epigram 4.77)

Rechtenvrije stockvectors van Noose

4.77

Nooit heb ik de goden om rijkdom gevraagd.
Nooit heb ik over m’n bescheiden bezit geklaagd.
Maar nu wil ik, armoede, dat je vertrekt.
Opgehoepeld – sorry! – en wel direct.
Wat ik met dit vreemde verzoek tracht te bereiken?
Zoilus de ophangkoord aan te reiken.

Noot bij de tekst:

Martialis hoopt en is er vrij zeker van dat Zoilus zijn leven zal beëindigen, wanneer hij verneemt dat Martialis’ fortuin het zijne ruimschoots overtreft…

Post Tagged with , ,

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *