Dramaqueen Paulus (epigram 9.85)

Ik hoor van veel koppels dat het de man is die zich bij de kleinste verkoudheid als een dramaqueen gedraagt. Alsof Magere Hein elk ogenblik met z’n glimmende zeis kan toeslaan, zó erg blaast en puft hij. De zweetdruppels moeten met een vochtig washandje van het klamme voorhoofd geveegd worden en verse kippenbouillon dient elk uur geserveerd te worden. Bij mij thuis is het omgekeerd: ik voel elke dag wel ergens pijn & ik vind dat mijn betere wederhelft daarvan minutieus op de hoogte moet worden gehouden. Ik nestel me dan graag met een kussen in de zetel en piep ‘water’. Of ‘wit wijntje’. Afhankelijk van de kwaal die me op dat moment in haar greep houdt natuurlijk.

Ik ben een tweede Paulus, die ook vaak gekweld werd door mysterieuze ziektes…

9.85

Paulus voelt zich wat slapjes en ligt uitgeteld op de bank.
Toch is het vooral híj en niet z’n gasten die zich laaft aan spijs en drank.
Jij wordt door een plotse, mysterieuze ziekte gekweld,
maar intussen kunnen wij, Paulus, fluiten naar ons geld! (1)

Noot bij de tekst:
(1) In het Latijn wordt het woord ‘sportula’ gebruikt: de term voor de som geld die de patronus aan zijn clientes schonk.