Classicus wil zogezegd niet (2.69)
- nov
- 01
- Gepost door admin
- Gepost in epigrammen Martialis
Ik ben altijd blij, als ik uitgenodigd word voor een feestje. Het gebeurt helaas te weinig. Misschien, het is een wilde gok, omdat ik op feestjes net iets té aanwezig ben. Dat heb je met sterke persoonlijkheden, die zuigen alle aandacht naar zich toe. Shoot me. Can’t help it. Ik laat tenminste mijn vreugde aan de gastheer blijken. Ik spring een bescheiden gat in de lucht, hef het eerste glas met (hopelijk) lekkere champagne op zijn gezondheid. En ook m’n laatste glas, al heb ik tegen dan totaal geen benul meer welke naam ik aan het prevelen ben. Maar je hebt ook van die mensen, onuitstaanbaar vind ik ze, die nonchalant de schouders ophalen en eerst even in hun digitale agenda scrollen om te kijken of ze die dag wel kunnen. Ze bladeren door de ene lege pagina na de andere en zeggen dan met een vermoeide zucht: “Dat moet misschien lukken. Als er niks anders op de proppen komt, natuurlijk. Je weet hoe dat gaat. Drukdrukdruk…” Tuurlijk weet ik hoe dat gaat. Ze schuiven hun hongerige pens onder de tafel, zetten het op een schransen en zouden zelfs de kruimels van andermans bord aflikken. Vervolgens staan ze weinig ritmisch op de dansvloer te shaken. Het hemd uiteraard tot aan de navel open geknoopt, alsof iedereen staat te springen om hun zweterige pels te bewonderen. Afijn, ik sla dat soort mensen altijd vanop een veilige afstand gade. Ik wil niet dat mijn champagne aangelengd wordt met hun zure zweet dat in het rond spat. Eigenlijk heb ik liever dat die mensen gewoon thuis blijven. Ze zeggen zélf dat ze dat het liefste van al zouden doen. “Eindelijk eens een rustig avondje thuis, in de zetel, geen sociale verplichtingen whatever.” Welaan dan! Waar wachten jullie op? Opgehoepeld!
2.69
“Tegen mijn zin ga ik uit huis dineren.”
Dat kan jij, Classicus, wel beweren,
maar geloven, Classicus, doe ik je niet.
Je liegt, Classicus, dat je zwart ziet.
Zelfs Apicius (1) trok graag de deur achter zich dicht,
wanneer hij voor een invitatie was gezwicht.
Was hij thuis gebleven,
de somberte stond op z’n gezicht geschreven.
Maar als je echt niet wil gaan,
dan hoef je toch niet te gaan?
“Ik moet wel.” zeg je dan,
zoals Selius (2) ook niet weigeren kan.
Kijk eens aan, je hebt een mooie uitnodiging te pakken:
je mag vanavond bij Melior afzakken.
Dat belooft een diner met alles erop en eraan!
Zou je, Classicus, nu wel gaan?
Waar blijft die stoere praat?
Zeg gewoon dat je niet gaat!
Noten bij de tekst:
(1) Heel veel restaurants zijn naar deze smulpaap uit de eerste eeuw vernoemd. Marcus Gavius Apicius, zoals zijn volledige naam luidde, at graag en veel. Zelfs in zijn eigen tijd was zijn naam al synoniem geworden voor lekkerbek. Op zijn naam is ook het enige kookboek uit de oudheid overgeleverd, met de titel ‘De re coquinaria’ (Over de kookkunst).
(2) Over Selius heeft Martialis een grappig drieluik geschreven, in vertaling terug te vinden op onze blog. Selius schuimt parken en portieken af in de hoop een invitatie voor een diner te bemachtigen, wat hem uiteindelijk lukt in epigram 2.27 (klik hier: Selius, de tafelschuimer (slot) – Oschrijft).
Categorieën
- artikels Martialis
- epigrammen Catullus
- epigrammen Martialis
- gedichten Catullus
- Martialis Covid
- verhalen Ovidius
Archieven
- oktober 2024
- september 2024
- augustus 2024
- juli 2024
- februari 2024
- januari 2024
- december 2023
- november 2023
- oktober 2023
- september 2023
- augustus 2023
- juli 2023
- juni 2023
- mei 2023
- april 2023
- februari 2023
- januari 2023
- december 2022
- november 2022
- oktober 2022
- mei 2022
- april 2022
- maart 2022
- februari 2022
- januari 2022
- december 2021